materiaal:
elk kind: kleurplaat, zie: https://www.kleurplaten.nl/index2.asp?nt=j (Kleurplaten, Dieren, Kameleon, Kameleon op een tak)
kleurpotloden
afbeelding van een kameleon, zie bijvoorbeeld: https://home.wxs.nl/~mkramer/pic/kameleon.jpg
Aan de slag:
Hang de afbeelding van de kameleon voor de groep. Vraag de kinderen wat ze over dit dier weten. Vul hun kennis aan met info:
De kameleon is een reptiel. De lengte varieert van twee tot tachtig centimeter. De kameleon heeft drie opvallende kenmerken:
1. ogen die onafhankelijk van elkaar kunnen draaien. Als de kameleon een prooi ontdekt, worden beide ogen daarop gericht. Dit maakt het mogelijk om de afstand tot de prooi in te schatten.
2. een lange kleef tong waarmee hij een prooi kan vangen. Die kan langer zijn dan de eigen lichaamslengte. In rust ligt die tong opgerold in de bek. Als de prooi is gefixeerd, rolt de kameleon de tong binnen een halve seconde uit en vangt daarmee de prooi. Aan het uiteinde van die tong zit namelijk een kleverige verdikking. Daaraan wordt de prooi vastgeplakt en vervolgens snel naar de bek gebracht. De prooi bestaat uit insecten en hagedissen, maar de grotere soorten vangen ook kleine zoogdieren en vogels.
3. het vermogen om van kleur te veranderen. Dit vermogen wordt meestal gebruikt om de gemoedstoestand uit te drukken. Een kameleon die een soortgenoot tegenkomt, zal van kleur veranderen en de tegenstander de zijkant toedraaien. Zo geeft de kleurverandering optimaal uitdrukking aan zijn dreigende houding tegenover die soortgenoot. Die dreiging wordt nog eens versterkt doordat hij zijn bek zo ver mogelijk openspert waardoor het felgekleurde slijmvlies te zien is.
Ga speciaal in op het vermogen van de kameleon om zijn kleur aan te passen aan omgeving en stemming. De kameleon kan met kleuren laten zien hoe hij zich voelt. Vraag de kinderen om aan te geven welke kleuren bij bepaalde gevoelens horen, bijvoorbeeld bij droefheid, spanning, kwaadheid of blijdschap.
Geef de kleur opdracht: ‘Je krijgt een kleurplaat van een kameleon. Hij heeft net te horen gekregen dat hij een reisje heeft gewonnen naar een boom waar veel sprinkhanen en andere lekkere hapjes leven. Hij is dus erg blij. Laat dat zien in de kleurplaat.’
Deel de materialen uit. De kinderen gaan aan de slag.
Hang na afloop de kleurplaten voor de groep. Bespreek ze aan de hand van de kleur opdracht: op welke kleurplaten zie je een echt blije kameleon? Waar komt dat door? Probeer voorzichtig algemeenheden uit de kleurplaten te halen: welke kleuren worden vaak gebruikt en welke bijna niet?
De kinderen nemen de kleurplaat mee naar huis.